In Syrië staat de deur altijd voor iedereen open. Je hoeft geen afspraak te maken om naar familie of vrienden te gaan. Als je komt, dan is er altijd ruimte voor jou, gezelligheid én lekker eten! Bij familie Hassan uit Creil staat de deur dus open. Nu letterlijk, maar dat komt door de renovatie die plaatsvindt aan de Hertogstraat. Het is november. De vaklieden zijn hard aan het werk. Het is koud in huis, maar het welkom van Nihad en Mazyet Hassan is warm!
De renovatie gaat goed, vertellen ze. Met de nieuwe isolatie komt er straks minder kou naar binnen. Nieuwe kozijnen, nieuwe deuren en onder de vloer komt nog een laag isolatie: het is een grote klus, maar het resultaat is straks een fijn binnenklimaat. Als we het over het ‘buitenklimaat’ van Nederland hebben, lacht Nihad: “Er is hier maar één seizoen: altijd koud!”. Dat koude kikkerland is maar een klein detail, als je het vergelijkt met de grote veranderingen die dit gezin moet meemaken.
Met vier kinderen kwamen ze vanuit Turkije (waar ze tijdens de oorlog eerst naartoe vluchtten) vijf jaar geleden naar Nederland. In Luttelgeest werden ze opgevangen en uiteindelijk konden ze naar Creil. De oudste drie kinderen zijn twintigers. Hun jongste (Haval) is 11 jaar en gaat in Creil naar school. Haval heeft zijn plekje hier wel gevonden en is al helemaal aan Nederland gewend. Syrisch eten heeft hij liever niet meer: “Mama, ik wil vanavond vissticks eten! Dat is veel lekkerder!”
Moeilijk begin
Vooral de eerste jaren in Creil waren moeilijk voor het echtpaar, dat al 25 jaar samen is. Meneer vertelt: “Ik kende niemand en er komt niemand bij mij. Ik had geen rijbewijs. Kon niet naar familie. Ja, dat was wel moeilijk.” Maar ze leerden de buren kennen en, zoals Nihad zegt: “Die zijn super! Wij drinken zomers koffie in de tuin, zonder afspraak! Altijd welkom.” Beiden werken ze, Nihad in de kringloopwinkel in Emmeloord en Mazyet bij de kipfabriek. Meneer: “Ik heb veel contact gemaakt. Contact met mensen zorgt ervoor dat wij de taal beter leren. Voor de kringloopwinkel is het makkelijk dat ik er ben. Zijn er mensen die Arabisch of Egyptisch praten, dan zeggen ze: “Ga maar naar Hassan!” Mayzet vindt het nog altijd een beetje spannend om te praten, omdat ze zelf vindt dat ze de taal nog niet goed genoeg kent. Maar wie even rustig bij haar gaat zitten, hoort dat ze al best goed Nederlands spreekt.
Hulp van Hans
In die moeilijke beginperiode kwam Hans Corten uit Creil in hun leven, via het ‘Maatjes Project’ van de katholieke kerk. In het begin spraken ze vooral met handen en voeten. Hans hielp ze met allerlei dingen, bijvoorbeeld met het leren van de taal en met het papierwerk. “Dat papierwerk is nog het ergst”, vertelt hij. “Nederland zit zo verdorie ingewikkeld in elkaar, dat wil je niet weten! Als je dan de taal nog niet goed kent, is het extra moeilijk. Stel je voor dat je als Nederlander naar China moet vluchten en dat je daar de taal nog moet leren. Ondertussen ontvang je wel al brieven over huur- en zorgtoeslag. Dat is niet te begrijpen natuurlijk!” Familie Hassan was dan ook blij met de hulp van Hans. Die hulp omvat veel meer dan papierwerk. Mayzet vertelt niet voor niets dat Hans net als een vader voor haar is. “Nou ja, een opa dan!”, lacht Hans die de familie met liefde een lift gaf, toen ze nog geen rijbewijs hadden om hun zoontje naar de zwemles in Emmeloord te brengen. Hans: “Het zijn van die kleine dingen die je kunt doen. En dit zijn zulke leuke mensen, ik heb veel voor ze over!”
Herinneringen
Op de vraag: “Wat mist u het meest?”, komt het antwoord heel snel: “Alles.” Dat zegt genoeg. Mensen vluchten niet voor niets. Je laat de plek die je zo vertrouwd is, waar je bent opgegroeid en waar je familie woont, niet zomaar achter. Dankbaar zijn ze, dat ze hier in Creil een nieuwe woonplek hebben gekregen. Mayzet vindt de zomer en het groen hier het mooist. “Veel bloemen”, zegt ze, waarop haar man antwoordt: “Jij bent ook een bloem hè!” Boven de bank hangt een groot schilderij. Dat is het enige wat ze nog vanuit hun woning in Aleppo dit jaar opgestuurd hebben gekregen. “Voor de rest hebben we alleen de herinneringen in ons hart meegenomen...”
Dit bewonersverhaal komt uit de laatste uitgave van ons bewonersblad ‘Samen Wonen’.